Er klinken zachte voetstappen in de kamer. Dan zwaait opeens de kastdeur open en schijnt een fel licht in Thomas' gezicht. Hij wil zijn mond opendoen om te schreeuwen, maar het lukt niet. Bang slaat hij zijn armen voor zijn gezicht en deinst naar achteren.
Middenin de nacht wordt Thomas ontvoerd. De ontvoerders vragen een miljoen aan losgeld. Zijn vriendin Hanna bedenkt een plan om Thomas te vinden, maar heeft niet in de gaten dat ze zelf ook in de problemen komt.