Beneden klinkt geschreeuw en er wordt op de deur gebonsd.
Meneer Jansen pakt hem bij zijn schouder. ‘Samuel, opstaan. Jullie moeten hier weg. Nu meteen.’ Hij drukt Samuel zijn jas en schoenen in handen.
Middenin de nacht worden Samuel en zijn zusjes gewekt. De Duitsers komen eraan! Samuel en zijn zusjes kunnen ontsnappen, maar worden door de vijand achtervolgd. In het riet vinden ze een man die hen helpt, maar waar moeten ze heen?